Controlepatroon voor de spuitopeningen onderzoeken
Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop.
-
Controleer of er lijnen ontbreken in patroon C en of u horizontale strepen ziet in patroon D.
- A: Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale strepen
- B: Lijnen ontbreken/er zijn horizontale strepen aanwezig
-
Selecteer het raster in het bevestigingsscherm dat het dichtst in de buurt komt van het controleraster voor de spuitopeningen dat u hebt afgedrukt.
Voor A (geen ontbrekende lijnen of geen horizontale strepen) in patroon C én D:
De reiniging is niet vereist. Selecteer Alle A (All A), bevestig het bericht en selecteer OK.
Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw weergegeven.
Voor B (er ontbreken lijnen of er zijn horizontale strepen aanwezig) in patroon C of D, of beide patronen:
De reiniging is vereist. Selecteer Ook B (Also B), en vervolgens Ja (Yes) in het bevestigingsscherm voor het reinigen.
Selecteer een inktgroep met ontbrekende lijnen of horizontale strepen om te reinigen.
Opmerking
-
Omdat CO-inkt kleurloos is, wordt het patroon afgedrukt over het zwarte patroon. Controleer op horizontale strepen (E) in de donkergrijze stroken van het patroon.
Als raster D of een kleur in raster C niet wordt afgedrukt:
(Voorbeeld: Magenta raster wordt niet afgedrukt)
De reiniging is vereist. Selecteer Ook B (Also B), en vervolgens Ja (Yes) in het bevestigingsscherm voor het reinigen.
Selecteer een inktgroep die niet wordt afgedrukt om deze te reinigen.
-